Prinsjesdag 2022: hoe raken de plannen huisbezitters en kopers?

De nadruk ligt op het opvangen van de klappen van de inflatie

De financiële plannen die het kabinet heeft aangekondigd tijdens Prinsjesdag brengen weinig verandering voor huizenzoekers. Wel is er goed nieuws voor mensen die vrezen hun energierekening niet meer te kunnen betalen en voor mensen met een laag inkomen.

Dit zijn de belangrijkste plannen uit de Miljoenennota als je van plan bent een huis te (ver)kopen of een huis bezit.

Kopen met hulp van je ouders wordt moeilijker

Wil je een huis kopen met financiële steun van je ouders, dan kun je dat beter snel regelen. Het extra bedrag dat zij belastingvrij mogen schenken voor de koop van een huis, wordt namelijk flink teruggeschroefd. Dit jaar is dat nog € 106.671 – de zogenoemde ‘jubelton’ – maar vanaf volgend jaar wordt dat bedrag € 27.231. In 2024 eindigt deze regeling zelfs helemaal. Ouders mogen dan nog wel belastingvrij schenken, maar er is geen verhoogd bedrag meer voor een eigen woning. Zo’n schenking van je ouders mag je overigens ook gebruiken voor het aflossen of het verbouwen van je eigen woning.

Vrijstelling voor starters gaat iets omhoog

De vrijstelling van overdrachtsbelasting voor starters blijft en gaat ook iets omhoog. In 2022 hoeven starters geen 2% overdrachtsbelasting te betalen als zij een huis kopen onder de € 400.000. In 2023 wordt de maximale koopsom € 440.000. De voorwaarden blijven hetzelfde: je mag niet ouder zijn dan 34 jaar, je moet zelf in het huis gaan wonen en je hebt niet eerder gebruikgemaakt van deze vrijstelling.

Beleggers gaan meer overdrachtsbelasting betalen

Mensen die een huis kopen waar zij niet zelf in gaan wonen, zoals investeerders, gaan volgend jaar meer overdrachtsbelasting betalen. Nu betalen zij nog 8%, volgend jaar wordt dat 10,1%. Het kabinet wil hiermee het beleggen in huizen ontmoedigen. Ook kan het kabinet hiermee de verhoogde vrijstelling van overdrachtsbelasting voor starters bekostigen.

Energiekosten omlaag en einde aan prijsstijging

De energierekening moet omlaag. Het kabinet maakt een einde aan de stijging van de energieprijzen door in november een prijsplafond in te voeren. Heb jij een gemiddeld verbruik aan stroom en gas, dan wordt je energierekening nooit hoger dan het plafondbedrag. Voor alles wat je meer dan het gemiddelde verbruikt, betaal je het markttarief.

Daarnaast gaat de overheid de rekening betalen van gezinnen die de energierekening echt niet kunnen betalen. Aanvullend komt er een energietoeslag van € 1300 voor kwetsbare gezinnen. Met energiebedrijven is afgesproken dat huishoudens met betalingsproblemen niet worden afgesloten.

Huurtoeslag flink omhoog

Huur je een woning en ontvang je huurtoeslag, dan kun je in 2023 een extra compensatie voor de inflatie verwachten. De huurtoeslag stijgt namelijk met ongeveer € 200 per jaar. Of je huurtoeslag krijgt, is vooral afhankelijk van je inkomen, vermogen, de hoogte van de huur en de gezinssamenstelling. De hogere huurtoeslag maakt het huren van een huis weer wat aantrekkelijker. Helaas is er nog steeds een groot tekort aan huurhuizen.

De verhuurderheffing verdwijnt

Verhuurders met meer dan vijftig huurhuizen in het bezit moeten belasting betalen over de waarde van deze huizen. Door de sterke stijging van de huizenprijzen is die heffing de laatste jaren flink opgelopen. Woningbouwcoöperaties halen het geld bij de huurders, dus zorgt de heffing voor hogere huurprijzen.

Vanaf 1 januari 2023 verdwijnt de verhuurderheffing. Dat kan positief uitpakken voor huizenzoekers, want het geld dat woningbouwcoöperaties overhouden, kunnen ze besteden aan het bouwen van nieuwe woningen. Ook voor huurders is dit een gunstige ontwikkeling. Verhuurders geven minder uit, dus kunnen ze ook minder rekenen voor huurders.

Woningmarkt is aan het veranderen